This story was written by the ILO Newsroom For official ILO statements and speeches, please visit our “Statements and Speeches” section.

Herstel van de jeugdwerkgelegenheid blijft achter, zegt de IAO

Een nieuw rapport gepubliceerd aan de vooravond van de Internationale Jongerendag laat grote regionale verschillen zien in de vooruitzichten van jongeren op de arbeidsmarkt.

Press release | 11 August 2022
© K. Ozvardar / ILO
GENEVE/BRUSSEL (IAO Nieuws) — Het herstel van de werkgelegenheid voor jongeren loopt nog steeds achter, volgens een nieuw rapport van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO). De coronapandemie heeft jongeren harder getroffen dan andere leeftijdsgroepen.

De pandemie heeft jongeren tussen 15 en 24 jaar voor nog grotere uitdagingen op de arbeidsmarkt geplaatst. Zij hebben sinds begin 2020 veel meer banen verloren dan volwassenen, blijkt uit het rapport Global Employment Trends for Youth 2022. Naar schatting 73 miljoen jongeren zullen werkloos zijn in 2022, een lichte verbetering ten opzichte van 2021 (75 miljoen), maar nog steeds zes miljoen boven het niveau van vóór de pandemie van 2019.

Het aantal jongeren dat noch aan het werk was, noch onderwijs of een opleiding volgde (NEET) in 2020 — het laatste jaar waarvoor een algemene raming beschikbaar is — steeg tot 23,3%, een stijging van 1.5 procentpunten ten opzichte van het voorgaande jaar en een niveau dat in ten minste 15 jaar niet werd waargenomen. Deze groep jongeren loopt een groot risico om hun kansen op de arbeidsmarkt te zien verslechteren, ook op de langere termijn. In de Europese Unie heeft de invoering en uitbreiding van de Europese jongerengarantie in de nasleep van de vorige wereldwijde financiële en economische crisis een belangrijke rol gespeeld bij het beperken van de gevolgen van de coronapandemie voor de jeugdwerkgelegenheid en NEET in de EU-Lidstaten.

Jonge vrouwen zijn slechter af dan jonge mannen. In 2022 zal naar verwachting 27,4 % van de jonge vrouwen wereldwijd een baan hebben, tegenover 40,3 % van de jonge mannen. Dit betekent dat jonge mannen bijna anderhalf keer meer kans maken op werk dan jonge vrouwen. De genderkloof, die de afgelopen twee decennia weinig is veranderd, is het grootst in lagere-middeninkomenslanden, met 17.3 procentpunten, en het kleinst in landen met een hoog inkomen, met 2.3 procentpunten.

Regionale verschillen

Het herstel van de jeugdwerkloosheid zal naar verwachting uiteenlopen tussen lage- en middeninkomenslanden enerzijds en landen met een hoog inkomen anderzijds. Deze hoge inkomenslanden zijn de enige die naar verwachting tegen eind 2022 een jeugdwerkloosheid zullen bereiken die dicht bij die van 2019 ligt, terwijl in de andere landen meer dan 1 procentpunt boven hun cijfer van vóór de crisis zullen blijven.

In Europa en Centraal-Azië zal de jongerenwerkloosheid naar verwachting 1.5 procentpunten hoger liggen dan het mondiale gemiddelde in 2022 - 16,4% tegenover 14,9%. Er is aanzienlijke vooruitgang geboekt bij het terugdringen van de jeugdwerkloosheid, maar de huidige en potentiële schokken van de oorlog in Oekraïne zullen hoogstwaarschijnlijk de resultaten beïnvloeden.

In Afrika verhult een jeugdwerkloosheid van 12,7% het feit dat veel jongeren ervoor hebben gekozen zich volledig uit de arbeidsmarkt terug te trekken. Meer dan een op de vijf jongeren in Afrika was in 2020 ‘NEET’, en de trend is verslechterd.

De Arabische staten hebben de hoogste en snelst groeiende werkloosheid onder jongeren ter wereld, deze wordt geschat op 24,8% in 2022.

Kansen in de groene, digitale en zorgeconomieën

Jongeren bevinden zich in een goede positie om te profiteren van de groei van groene en blauwe economieën (oceaanhulpbronnen en het duurzame gebruik ervan). Volgens het rapport zouden tegen 2030 nog eens 8.4 miljoen banen voor jongeren kunnen worden gecreëerd door de uitvoering van groene en blauwe beleidsmaatregelen.

Volgens de studie kunnen gerichte investeringen in digitale technologieën een groot aantal jonge werknemers tewerkstellen. Het bereiken van universele breedband tegen 2030 zou wereldwijd 24 miljoen nieuwe banen kunnen scheppen, waarvan 6.4 miljoen voor jongeren.

Investeringen in zorgsectoren komen in vier opzichten jongeren ten goede: ze verbeteren hun werkgelegenheidsvooruitzichten; maken het voor jongeren met gezinsverantwoordelijkheden gemakkelijker om op de arbeidsmarkt te blijven; bevorderen het welzijn van jongeren door de onderwijs- en opleidingsmogelijkheden uit te breiden; en als gevolg hiervan helpen zij het percentage NEET te verlagen, met name voor jonge vrouwen. Investeringen in de zorgsector kunnen tegen 2030 17.9 miljoen extra banen voor jongeren opleveren, waarvan ongeveer 715.000 extra banen voor jongeren in Europa en Centraal-Azië.

Het gezamenlijk nemen van groene, digitale en zorgmaatregelen als onderdeel van een grote investeringsstimulans zou het mondiale bruto binnenlands product (bbp) met 4,2% doen toenemen en wereldwijd nog eens 139 miljoen banen creëren voor werknemers van alle leeftijden, waarvan 32 miljoen voor jongeren.

Waardig werk

Investeringen in deze sectoren moeten gepaard gaan met de bevordering van waardige arbeidsomstandigheden voor alle jonge werknemers. Dit houdt onder meer in dat zij grondrechten en bescherming genieten, waaronder de vrijheid van vereniging, het recht op collectieve onderhandelingen, gelijke beloning voor gelijkwaardig werk en vrijwaring van geweld en intimidatie op het werk.

“De coronacrisis heeft een aantal tekortkomingen aan het licht gebracht in de manier waarop aan de noden van jongeren wordt tegemoetgekomen, met name de kwetsbaarste, zoals werkzoekenden, voortijdige schoolverlaters, nieuwe afgestudeerden met weinig ervaring en personen die onvrijwillig inactief blijven”.

Wat jongeren het meest nodig hebben, zijn goed functionerende arbeidsmarkten met waardige arbeidskansen voor degenen die reeds aan de arbeidsmarkt deelnemen, samen met hoogwaardige onderwijs- en opleidingsmogelijkheden voor degenen die nog niet aan de arbeidsmarkt deelnemen.”

zei Martha Newton, adjunct-directeur-generaal Beleid van de IAO.